Handelingsverlegenheid versus kansen!

Wat als zéér veel geduld en bizar veel doorzettingsvermogen jouw recepten zijn om verder te komen? Stapjes die voor een ander misschien nauwelijks noemenswaardig of zichtbaar zijn, maar die voor jou reusachtig en groots zijn? Wat als je afhankelijk bent van een ieder om je heen om die kleine stapjes te maken? Het brengt mij, als moeder van Mees, bij een cruciale vraag: Wat mag ik vragen van ‘een ieder’ om Mees heen? Wanneer is een kans op ontwikkeling teveel gevraagd of te idealistisch? Wanneer is een grote begeleidingsbehoefte teveel gevraagd om een basaal doel te bereiken? Mag je vragen om een groot deel van die begeleiding bijvoorbeeld op het toilet door te brengen, dag in dag uit, zodat hij uiteindelijk misschien wel zelf naar de wc gaat en hopelijk die broeierige vieze luiers niet meer aan hoeft, waar hij menig pijnlijke schimmelinfectie van opgelopen  heeft de afgelopen 9 jaar? Mag je het vragen als er een (kleine) kans is?

Als moeder schreeuw ik “Jááá” van de daken! Ja voor ieder kind! Ja voor iedere stap die de komende 70 jaar zo fijn kan zijn als je het zélf kan! Ja omdat iedere stap in ontwikkeling dus een toekomstbepalende stap kan zijn! Ja omdat het een klein beetje meer regie geeft over je leven. Ja omdat ieder kind recht heeft op een kans op ontwikkeling!

Voor zorgverleners en leerkrachten zie ik, als moeder, ook de knelpunten van een (wellicht te) idealistisch doel die zo’n fanatieke ouder je even voor de voeten gooit. Ik zie echt wel hoeveel ik vraag! Maar ik zie ook mijn kind! Een leerbaar kind met kansen! Ik zie ook de vragen die het oproept bij een zorgverlener of leerkracht. Past zo’n doel in het dagprogramma? Zal dit doel invloed hebben op andere leerlingen? Hebben we wel handen genoeg om dit te realiseren? Past deze begeleidingsbehoefte binnen het budget wat meekomt met deze leerling?
Als veel van die vragen nadelig (tav het doel) beantwoordt worden kom je in een spagaat en wordt voor ons als ouders een nieuw woord geboren, namelijk “handelingsverlegenheid”. Het doel is dus teveel gevraagd. Dus gaat de luier weer aan? Of gaan we constructies bedenken om het toch mogelijk te maken? Blijf je vertrouwen als ouder op dat lichtpuntje en geef je je kind de kans om zindelijk te worden? Ook als dat vertrouwen in je kind resulteert in een welbekende “thuiszitter”? Ga je het oppakken en het, een voor je kind redelijke termijn volhouden, zodat hij die kans krijgt? Ook als dat betekent dat het ontzéttend veel meer geduld en energie van je vraagt en ook het laatste beetje doorzettingsvermogen uit je zal persen? Je de ontelbare natte onderbroeken en broeken met vertrouwen en een glimlach op je gezicht blijft wassen, omdat ieder ongelukje uiteindelijk kan resulteren in een zindelijk kind? Een zindelijk kind wat de rest van zijn leven geen luier meer om hoeft!
Het dilemma heeft niet heel lang door mijn hoofd gespookt. Mijn vechtlust in kansen creëren voor Mees won het vrijwel direct van hem weer terug laten vallen in zijn oude patroon met een luier om, om hem zo toch naar school te kunnen laten gaan. We zijn al zo ver gekomen! Het mag toch niet zo zijn dat handelingsverlegenheid kansen ontneemt? Mees is dus een (tijdelijke) thuiszitter, maar wel één met kans om zindelijk te worden!